SAMENLEVING

Vikingen waren niet altijd piraten. Vaak waren het ook ervaren handwerkers. Deze beitelt een boodschap in de rots.
Bron: Wikipedia
Fotograaf: Merlin

De samenleving bestond uit jarls (edelen en stamhoofden), karls (de vrijgeborenen) en thralls. De thralls hadden het zwaarst. Zij waren slaven, waar de eigenaar mee kon doen wat hij wilde. De thrall kon zijn vrijheid als gift krijgen of door zichzelf vrij te kopen.

De meeste vrijgeborenen waren boeren, die daarom ook een zwaar bestaan kenden. Om hun vaak magere inkomsten wat aan te vullen, verzamelden ze zich in groepen om op plundertocht te gaan, "om een Viking te zijn".

Wanneer je denkt aan een Viking, als een bloeddorstige krijger met zwaard en schild moet je bedenken dat het vaak om gewone mensen ging. Wanneer je vader een boer is, kun je je misschien voorstellen hoe hij zijn problemen op een Vikingmanier zou oplossen. Gaat de tractor kapot, dan zou hij met zijn buren optrekken om Londen te plunderen, zodat hij een nieuwe kon kopen.

Op rooftocht reisde men per schip. De Vikingen waren goede botenbouwers en zeelui. Ze reisden door heel Europa en zelfs een stuk van Azië. Langzamerhand kwamen ze ook in Noord-Amerika terecht.

De reizen veroorzaakten veel ellende, maar er werden ook nieuwe contacten aangeknoopt en handelswegen geopend. Op veel plaatsen bleef men en bouwden er kolonies die langzamerhand tot hele steden uitgroeiden.

Aan het einde van het Vikingtijdperk begonnen veel Scandinaviërs zich te bekeren tot het christendom. De slag bij Hastings in 1066 werd gezien als het laatste voorval van het Vikingtijdperk. Toen veroverden de Franse Vikingnazaten, de Normandiërs, Engeland en namen daar de macht over. Circa dertig jaar later waren het ridders tijdens de eerste kruistocht naar Jeruzalem en de samenleving van Europa kreeg een andere opbouw.


Tekstbron: Ungafakte.se
Vertaald door: Livproductions

       Verder naar "Slavernij".